Begin 1964 was onze toenmalige voorzitter Jan De Blay op een kaartavond in het café van Frans Robberechts bijgenaamd ‘Rebe’  (gevestigd op de hoek van de Gemeentehuisstraat en de Beigemsesteenweg – waar nu Ise-dase Hedendaagse kunst & kwalitatieve Ambachtswerken gevestigd is). Op diezelfde kaartavond werden er ook pensen geserveerd om de clubkas te spijzen.  Dit bracht onze voorzitter op het idee en hij dacht bij zichzelf : “wat hier kan, kunnen we met onze fanfare ook” .

Met het idee in het achterhoofd trok hij naar de volgende bestuursvergadering. In het bestuur was de spreekwoordelijke kogel rap door de kerk, en in maart 1965 werd dan ook het eerste restaurant georganiseerd.

De eerste benaming van dit eetgebeuren was een ‘pensenkermis’ dat doorging op zondag 30 maart 1965. Ze sloten deze organisatie af met een winst van 23.804 Belgische Franken.  Het jaar daarop organiseerden ze vol ijver terug dezelfde activiteit en de volgende jaren werd de naam wel eens veranderd naar ‘Breugheliaans feest’. Later maakten de pensen plaats voor andere gerechten op zondag, maar bleven de pensen wel geserveerd op zaterdag.

Toen ook al werden vele uitnodigingen verstuurd naar vrienden en kennissen.

De ‘Pensenkermis’ van 1967 was een onverhoopt succes. Zondagmiddag liep alles in ’t honderd. Er werd veel uit geleerd en er werden schikkingen getroffen om herhaling tegen te gaan. De uren werden ook aangepast (zaterdag vanaf 18 uur – zondagmiddag en zondagavond vanaf 17 uur). Veel later kwam daar zaterdagmiddag bij om de toeloop van de aanwezigen meester te kunnen.

In de loop der jaren hebben onze toenmalige drie ondervoorzitters, Louis, Jean en Jackie heel veel in goede banen moeten leiden.

In de eerste jaren werden de aardappelen bij verschillende leden thuis bezorgd samen met een grote kuip in inox en zij zorgden ervoor dat de aardappelen geschild werden. Ondervoorzitter en brouwer Jean Van Rode kwam daarna alles ophalen (nog later werden de aardappelen geschild in het Sint Alexius-instituut te Grimbergen en nog later bij Gust en Mella Selleslagh). Deze werden dan bij (Witte Van Asch ) Louis Van Asch gebracht, die een café uitbaatte op de Beigemsesteenweg, 100 meter afstand van de zaal Rubens (bij Louis was ook een bloemmolen gevestigd waar de boeren hun graan konden laten malen). Daar stond ook een ploeg om 6 uur s’ morgens klaar om de aardappelen tot friet te verwerken en voor te bakken. Nadien werden de voorgebakken friet en frietketels naar de zaal gebracht om tijdens het festijn te kunnen afbakken en te serveren. Dit alles werd gecoördineerd door Jackie Becker en Gilbert Huybrechts .

Daar de huidige moderne middelen nog niet beschikbaar waren en deze manier van werken en hart labeur niet doenbaar bleek, werd na enkele jaren uitgekeken naar een oplossing . Er werd beslist om met een paar mannen naar Merchtem bij een bevriende vereniging met een vrachtwagen ( brouwer ) een grote friteuse en een frigotoog (om het dessert af te koelen) op te gaan halen. Enkele jaren later werd zelf een grote friteuse aangeschaft en een frietkot gemetseld achter de zaal Rubens door de  vereniging zelf . Victor Jacobs sleutelde een groot vuur in elkaar met 6 bekken voor de steak en andere bereidingen  Alex zorgde voor de vuurvaste roosters .

De pensen werden in de kelder van Louis De Blay met de hulp van Jean Buelens en Jean Olbrechts gemaakt.

De andere gerechten werden in de kelder van ons lokaal Zaal Rubens klaargemaakt.